maandag 4 april 2016

Voorjaar 2016: een jaar verder...

De lente 2016 dient zich aan. In dit blog kijk ik terug op wat er gebeurde sinds 20 maart 2015, de dag waarop ik promoveerde op een proefschrift over organisatieontwikkeling bij woningcorporaties. Hoe staat het met mijn missie om corporaties te helpen bij anders te organiseren en daardoor beter te presteren? U leest het hieronder.

Mooie ontmoetingen

Het was een jaar van mooie ontmoetingen met professionals uit de corporatiesector. Met hen sprak ik over de voornaamste conclusie uit mijn onderzoek: door anders te organiseren kunnen we beter presteren. Denk aan goede maatschappelijke inbedding waarbij de lokale maatschappelijke vraag leidend is voor de activiteiten van de corporatie. Denk ook aan nabijheid bij bewoners organiseren, vernieuwingsgezindheid stimuleren, medewerkers ondersteunen in hun rol als zelfsturende professionals en het richten van de organisatiebesturing op de na te streven maatschappelijke effecten. U leest in bovenstaande vooral: "meer leefwereld en minder systeemwereld".
Met deze boodschap heb ik diverse voordrachten mogen geven. Ik noem er enkele: Corpovenista-congres, Nationaal Symposium Woningcorporaties (zie tekst lezing hier) en diverse lezingen en workshops bij individuele corporaties. Telkens werd ik enthousiast van de reacties, verdiepende vragen en van de mogelijkheden die er liggen voor vervolgonderzoek. Corporaties leveren hun prestaties onder complexe en meervoudige omstandigheden. Juist daarom moeten we in analyses van die prestaties niet de verklaringen zoeken in alleen grootte of mate van verstedelijking, governance of financiële gezondheid. Het zijn juist combinaties van deze factoren die in een complexe en meervoudige context de prestaties beïnvloeden.

Vlaanderen

Met deze boodschap trok ik de afgelopen maand naar Brussel. Op het Vlaamse jaarcongres voor Sociale Huisvestingsmaatschappijen (SHM's) leverde ik een bijdrage over organisatiebeheersing.


Enkele elementen van mijn Nederlandse onderzoek transponeerde ik naar Vlaanderen. Zo heb ik ook voor SHM's enkele organisatieconfiguraties kunnen destilleren. Deze configuraties laten zien onder welke omstandigheden SHM´s beter presteren dan gemiddeld. De voornaamste conclusie is dat de omvang van de organisatie (het aantal woningen) alleen niet bepalend is voor goede prestaties. Het is een samenstel van factoren die onder verschillende omstandigheden ook nog eens anders werken. Zo is - bij effectiviteit - een relatief grote SHM (met relatief veel woningen) in het voordeel wanneer deze ook in meerdere gemeenten actief is. Echter diezelfde omvang is een nadeel voor de effectiviteit als de SHM in relatief weinig gemeenten actief is. Een vergelijkbaar patroon doet zich voor bij efficiëntie, maar dan in een combinatie van omvang en financiële gezondheid. De figuur hieronder geeft deze organisatieconfiguraties weer bij goede en minder goede prestaties met behulp van de metafoor van een trein. De stations symboliseren de prestaties, de rijtuigen van de treinen symboliseren de onlosmakelijk met elkaar verbonden elementen van de organisatieconfiguratie.   


De analyses van de interne organisatie en de prestaties van Vlaamse SHM's en Nederlandse woningcorporaties smaken wat mij betreft naar meer. Op het Woonforum in Brussel ontving ik goede feedback over hoe deze wijze van denken en analyseren door de Vlaamse sociale huisvestingssector opgepakt zou kunnen worden. En ook in Nederland voerde ik reeds gesprekken hierover. Dergelijke onderzoeken voegen vernieuwende elementen toe aan het leren en verbeteren op basis van visitatieresultaten en op basis van de Aedes Benchmark.

Vervolgonderzoek

Een afgerond proefschrift brengt vele mooie dingen. Iets meer ruimte in de agenda, maar vooral mooie ontmoetingen, interessante uitnodigingen en veel interesse voor het onderzoek heb ik mogen waarnemen. Het is nu tijd voor de volgende stappen. Zo werk ik momenteel een plan uit waarin onderzoekers, individuele corporaties en sectororganisaties uit Nederland en Vlaanderen toepassingsgericht kunnen samenwerken aan een beter gebruik van beschikbare informatie over prestaties van sociale huisvesters. Het centrale idee is dat organisaties van elkaar kunnen leren om daarmee prestaties te verbeteren. Het is onze gezamenlijke ambitie om daaraan bij te dragen.

Interesse? Reageer hieronder of stuur een bericht.