woensdag 21 oktober 2015

Lezing Nationaal Symposium Woningcorporaties 2015

Dit blog is een bewerkte versie van de lezing die Stefan Cloudt gaf op het Nationaal Symposium Woningcorporaties op 15 oktober 2015.

Organisatieontwikkeling bij woningcorporaties

Mijn onderzoek begon vanuit mijn drijfveer om corporaties te helpen beter te functioneren, in termen van efficiëntie, effectiviteit en ook in menselijk opzicht, vanuit de leefwereld.  Dat drijft mij als adviseur, visitator en onderzoeker.

Zo ontstond mijn inspiratie voor een proefschrift over maatschappelijk ondernemen en organisatieontwikkeling bij corporaties. Zoals veel wetenschappelijk onderzoek heb ik eerst gewerkt aan het ontwikkelen van een model. In dat model heb ik in kaart gebracht welke organisatiekenmerken horen bij een maatschappelijke onderneming in de corporatiesector. In de samenvatting van het proefschrift is dat model opgenomen.

Ik gebruikte het model vervolgens om te onderzoeken of er patronen zijn in de manier waarop goed presterende corporaties zijn georganiseerd. Systematisch vergeleek ik voor elk van de 61 corporaties die deelnamen aan het onderzoek de interne organisatie met de efficiëntie en effectiviteit van diezelfde corporaties.

Uit het onderzoek bleken 5 organisatieconfiguraties: 3 configuraties van organisatie-eigenschappen die vaak voorkomen bij corporaties die bovengemiddeld presteren en 2 bij corporaties die het minder goed doen in termen van efficiëntie en effectiviteit. Uit het onderzoek volgen 5 aanbevelingen:
1.      Geef daadwerkelijk invloed aan belanghebbenden, het gaat hier om rechtstreekse invloed in bijvoorbeeld klantpanels (bij dienstverlening), co-creatie-groepen (bij renovaties) en maatschappelijke adviesraden die verder gaat dan prestatie-afspraken en convenanten afsluiten.

2.      Richt de organisatiebesturing en planning & controlcyclus op de te bereiken maatschappelijke effecten, op de outcome, op effecten in de leefwereld.

3.     Ondersteun medewerkers om in buurten en wijken als professionals te werk te kunnen gaan. Het gaat hier onder andere om het ontwikkelen van intern opdrachtgeverschap (richting de backoffice) en een HR-instrumentarium dat gericht is op autonomie en zelfsturing. Ik kom hier zo op terug.

4.     Structureel meten en verbeteren van processen met betrekking tot dienstverlening, zoals bijvoorbeeld wordt voorgesteld in het concept High Performance Organizations waarmee een aantal corporaties aan de slag is gegaan.

5.      Maak de lokale maatschappelijke vraag of opgave leidend in de diensten en activiteiten van de corporatie, bijvoorbeeld zoals ook in de nieuwe Woningwet wordt beoogd met prestatieafspraken. Natuurlijk moeten die afspraken dan wel een goede afspiegeling zijn van de maatschappelijke vraag.

Verder bleek uit het onderzoek, en hiermee ga ik me niet populair maken, dat kleine corporaties beter presteren in termen van effectiviteit en efficiëntie dan grote corporaties. Ik heb het dan over corporaties met 2.500 tot 5.000 verhuureenheden. Zij hebben een werkwijze en soort van nabijheid gecreëerd die hen tot goede prestaties drijft. Kenmerkend zijn hier de culturele aspecten zoals: oprechte aandacht voor huurders, betrokkenheid en soms ook "met gezond verstand afwijken van het beleid". Ik behandel zo een voorbeeld daarvan. Overigens moeten de corporaties niet kleiner zijn dan die 2.500 vhe want dat is weer nadelig voor de efficiëntie.

De aanbevelingen die ik zojuist noemde laten zien dat er verbetering mogelijk is op drie vlakken:

1)      binnen de huidige manier van organiseren van corporaties. Immers veel corporaties zullen denken: dat doe ik toch al op zekere hoogte? Verbetering is dan mogelijk in bijvoorbeeld het nog meer richten van de organisatie op de maatschappelijke vraag en maatschappelijke effecten. Dat zie ik ook in de visitaties die ik mag uitvoeren vaker terugkomen.

2)      verbetering door het combineren van de genoemde aanbevelingen. Net zoals bij elke configuratie: je moet het allemaal doen, anders ontbreekt er een schakel in de ketting van effectiviteit en efficiëntie.  

3)      verbetering is ook mogelijk door over de grenzen van het huidige organisatieparadigma te kijken. Daarmee bedoel ik dan de hiërarchisch gestructureerde, op meetbare prestaties en op belanghouders gerichte organisatie. Wooncoöperaties en AirBnB duiden onder andere op andere organisatievormen die zich aandienen.

Inspirerend vind ik hier het gedachtegoed van de Vlaming Frederic Laloux. Hij stelt eigenlijk dat bij elke nieuwe fase in de ontwikkeling van de mensheid (bijvoorbeeld de industriële revolutie) ook nieuwe manieren van samenwerking tussen mensen horen. Die organisaties kenmerken zich door:

1.      Zelfsturing. Beslissingen worden gedecentraliseerd genomen op basis van en na advisering van anderen in de organisatie. Het driekamermodel zou inspiratie kunnen geven hierbij om telkens drie waarden af te wegen in de adviezen.

2.     Het zijn organisaties die aanspraak doen op de mens als geheel en niet alleen op de competenties van een functionaris. Ik noemde het al "met gezond verstand afwijken van beleid". Ik was bij een corporatie daar hoorde ik het verhaal over een lekkende warmwaterleiding. De externe loodgieter adviseert om een elektrische close-in boiler te plaatsen in de keuken als een goedkope en functionele oplossing. De corporatiemedewerker zegt echter dat dat niet het beleid is en laat de vloer in het appartement openbreken en voor een veelvoud aan kosten de leiding repareren. Vervolgens dient de bewoner ook nog een claim voor het vervangen van de opengebroken laminaatvloer. Sprak hier de functionaris of het gezonde verstand van de mens? Wat zou je hebben gedaan als het je eigen huis was?

3.      In deze organisaties proberen medewerkers niet langer de organisatie te beheersen, maar in plaats daarvan proberen zij te begrijpen hoe de organisatie zich in samenhang met haar omgeving ontwikkelt. Met dit perspectief van co-evolutie, organisaties ontwikkelen zich niet alleen maar in samenhang met hun omgeving, ben ik weer terug bij mijn eigen proefschrift.

Want als de maatschappij verandert, verandert het maatschappelijk ondernemen ook. Het is wat mij betreft tijd om het maatschappelijk ondernemen van corporaties te vernieuwen. Een spannende tocht, waarvoor ik geen landkaart heb, noch een eindbestemming die je in je navigatie kunt zetten. Zoals ik het al eerder noemde in een interview voor dit symposium: geen pasklare oplossing, alleen denkkaders om van daaruit te gaan werken.
Stefan Cloudt
Oktober 2015


www.stefancloudt.nl
info@stefancloudt.nl

zondag 18 oktober 2015

"Geen pasklare oplossing maar denkkaders"

Dit blog werd eerder geplaatst op de website van het Nederlands Instituut voor de Bouw

We vroegen dr. Stefan Cloudt op basis van zijn onderzoek naar maatschappelijke ondernemingen in de corporatiesector zijn licht te laten schijnen op de nieuwe Woningwet. Hij is organisatieadviseur, onderzoeker en visitator in Nederland en Vlaanderen.

Kansen nieuwe Woningwet


“De organisatorische kansen van de nieuwe Woningwet liggen in essentie in het vergroten van de legitimiteit van of draagvlak voor de activiteiten van de corporatie. Immers door deze wet, en de uitwerking daarvan, wordt de invloed van huurders en gemeenten in de besluiten van de corporatie vergroot.”
Stefan Cloudt stelt dat daarin een belangrijke rol is weggelegd voor het initiatief van de gemeenten. Echter bleek uit onderzoek dat slechts 10% van de gemeenten volledig is voorbereid op de nieuwe Woningwet (onderzoek Companen en Binnelands Bestuur). Ook bij corporaties is nog veel werk te verzetten bijvoorbeeld met de nieuwe waarderingssystematiek.
“De mogelijkheden van corporaties om als maatschappelijke onderneming te werk te gaan worden in de nieuwe Woningwet op een aantal vlakken verbeterd, namelijk door effectievere inspraak van huurders en gemeenten. Ze worden echter op een aantal vlakken belemmerd door de zeer beperkte schaal waarop nevenactiviteiten mogelijk worden gemaakt.” Het is volgens dr. Stefan Cloudt duidelijk dat er nieuwe grenzen worden gesteld aan het ondernemersgedrag van corporaties. Maar dat een maatschappelijke onderneming gelukkig nog meer organisatie-eigenschappen inhoudt. Hij noemt het bijvoorbeeld de maatschappelijke inbedding, die mogelijk wordt versterkt door de maatregelen uit de wet.

Betere prestaties


Andere kansen van de nieuwe Woningwet liggen in het verbeteren van de prestaties van corporaties. Eén van de bedoelde effecten van de nieuwe Woningwet is effectieve inspraak van belanghebbenden zoals gemeenten en huurders. “Uit mijn eigen onderzoek blijkt dit van groot belang te zijn voor de doelmatigheid van corporaties. Effectieve inspraak van belanghebbenden is één van de ingrediënten van zeer efficiënte corporaties. Sterker nog: het niet goed regelen van formele vertegenwoordiging van huurders en maatschappelijke vertegenwoordigers is één van de ingrediënten van corporaties die lage efficiëntie hebben.”
De vergrote invloed van gemeenten en het via prestatieafspraken agenderen van de maatschappelijke vraag of opgave kan hier bijdragen aan betere prestaties bij corporaties.Het centraal stellen van de maatschappelijke vraag in het dienstenaanbod van de organisatie, blijkt uit zijn onderzoek, is één van de ingrediënten van corporaties die zeer effectief zijn en zeer tevreden klanten hebben.

Maatwerk en organisatieontwikkeling


Dr. Stefan Cloudt gelooft niet in een pasklare oplossing. Daarvoor verschillen corporaties in een aantal belangrijke opzichten te veel van elkaar. Volkshuisvesting is immers steeds meer een regionale aangelegenheid. Maatwerkoplossingen zullen nodig blijven. “Ik geloof meer in raamwerken, denkkaders of noem het ‘beelden’ waar elke corporatie in meer of mindere mate naartoe kan werken.” Jarenlang was het denkkader dat maatschappelijke onderneming heet, het dominante model in de corporatiesector. “Mijn onderzoek richt zich in belangrijke mate op het duiden van wat dat model dan betekent voor de interne organisatie van een woningcorporatie. Het organisatiemodel van een maatschappelijke onderneming is consistent, relevant en ook maakbaar gebleken. Het blijft, op niveau van de interne organisatie, ook in essentie overeind in de nieuwe Woningwet, weliswaar met enkele belangrijke aanpassingen.”
Zijn advies is om samen met de wijzigingen die corporaties gaan doorvoeren als gevolg van de nieuwe Woningwet ook de organisatieontwikkeling ter hand te nemen: onder andere effectievere vormen van inspraak te organiseren en maatschappelijke opgaven nog meer leidend maken in de organisatie. Het organisatiemodel dat hij ontwikkelde voor een maatschappelijke onderneming bij woningcorporaties borgt een integrale aanpak en biedt ruimte voor maatwerkoplossingen die hij eerder noemde. Maatschappelijk ondernemen betekent immers ook het aanpassen van de organisatie aan veranderende omstandigheden: zowel aan wetgeving als aan initiatieven die in de maatschappij ontstaan.

Meer informatie?


Stefan Cloudt verzorgde tijdens het nationaal Symposium Woningcorporaties (15 oktober 2015) de workshop “Organisatieontwikkeling van woningcorporaties”. Dit blog en de workshop zijn gebaseerd op zijn proefschrift: "Organisatieontwikkeling bij woningcorporaties; de praktijk van het maatschappelijk ondernemen"