Organisatieontwikkeling bij woningcorporaties
Mijn onderzoek begon vanuit mijn drijfveer om corporaties te helpen beter te functioneren, in termen
van efficiëntie, effectiviteit en ook in menselijk opzicht, vanuit de
leefwereld. Dat drijft mij als adviseur,
visitator en onderzoeker.
Zo ontstond mijn inspiratie voor een proefschrift over maatschappelijk
ondernemen en organisatieontwikkeling bij corporaties. Zoals veel
wetenschappelijk onderzoek heb ik eerst gewerkt aan het ontwikkelen van een model. In dat model heb ik in kaart gebracht welke
organisatiekenmerken horen bij een maatschappelijke onderneming in de
corporatiesector. In de samenvatting van het proefschrift is dat
model opgenomen.
Ik gebruikte het model vervolgens om te onderzoeken of er
patronen zijn in de manier waarop goed
presterende corporaties zijn georganiseerd. Systematisch vergeleek ik voor
elk van de 61 corporaties die deelnamen aan het onderzoek de interne
organisatie met de efficiëntie en effectiviteit van diezelfde corporaties.
Uit het onderzoek bleken 5 organisatieconfiguraties: 3 configuraties van
organisatie-eigenschappen die vaak voorkomen bij corporaties die bovengemiddeld
presteren en 2 bij corporaties die het minder goed doen in termen van
efficiëntie en effectiviteit. Uit het onderzoek volgen 5 aanbevelingen:
1. Geef daadwerkelijk invloed aan belanghebbenden,
het gaat hier om rechtstreekse invloed
in bijvoorbeeld klantpanels (bij dienstverlening), co-creatie-groepen (bij
renovaties) en maatschappelijke adviesraden die verder gaat dan
prestatie-afspraken en convenanten afsluiten.
2. Richt de organisatiebesturing
en planning & controlcyclus op de te bereiken maatschappelijke effecten, op de outcome, op effecten in de
leefwereld.
3. Ondersteun medewerkers om in buurten en wijken
als professionals te werk te kunnen
gaan. Het gaat hier onder andere om het ontwikkelen van intern
opdrachtgeverschap (richting de backoffice) en een HR-instrumentarium dat
gericht is op autonomie en zelfsturing. Ik kom hier zo op terug.
4. Structureel
meten en verbeteren van processen met betrekking tot dienstverlening, zoals
bijvoorbeeld wordt voorgesteld in het concept High Performance Organizations waarmee
een aantal corporaties aan de slag is gegaan.
5.
Maak de lokale
maatschappelijke vraag of opgave leidend in de diensten en activiteiten van
de corporatie, bijvoorbeeld zoals ook in de nieuwe Woningwet wordt beoogd met
prestatieafspraken. Natuurlijk moeten die afspraken dan wel een goede
afspiegeling zijn van de maatschappelijke vraag.
Verder bleek uit het onderzoek, en hiermee ga ik me niet
populair maken, dat kleine corporaties
beter presteren in termen van effectiviteit en efficiëntie dan grote corporaties.
Ik heb het dan over corporaties met 2.500 tot 5.000 verhuureenheden. Zij hebben
een werkwijze en soort van nabijheid gecreëerd die hen tot goede prestaties
drijft. Kenmerkend zijn hier de culturele aspecten zoals: oprechte aandacht
voor huurders, betrokkenheid en soms ook "met gezond verstand afwijken van
het beleid". Ik behandel zo een voorbeeld daarvan. Overigens moeten de
corporaties niet kleiner zijn dan die 2.500 vhe want dat is weer nadelig voor
de efficiëntie.
De aanbevelingen die ik zojuist noemde laten zien dat er verbetering mogelijk is op drie
vlakken:
1) binnen de
huidige manier van organiseren van corporaties. Immers veel corporaties
zullen denken: dat doe ik toch al op zekere hoogte? Verbetering is dan mogelijk
in bijvoorbeeld het nog meer richten van de organisatie op de maatschappelijke
vraag en maatschappelijke effecten. Dat zie ik ook in de visitaties die ik mag
uitvoeren vaker terugkomen.
2) verbetering door het combineren van de genoemde aanbevelingen. Net zoals bij elke configuratie:
je moet het allemaal doen, anders ontbreekt er een schakel in de ketting van
effectiviteit en efficiëntie.
3) verbetering is ook mogelijk door over de grenzen van het huidige
organisatieparadigma te kijken. Daarmee bedoel ik dan de hiërarchisch
gestructureerde, op meetbare prestaties en op belanghouders gerichte
organisatie. Wooncoöperaties en AirBnB duiden onder andere op andere
organisatievormen die zich aandienen.
Inspirerend vind ik hier het gedachtegoed van de Vlaming Frederic Laloux. Hij stelt eigenlijk
dat bij elke nieuwe fase in de ontwikkeling van de mensheid (bijvoorbeeld de
industriële revolutie) ook nieuwe manieren van samenwerking tussen mensen horen.
Die organisaties kenmerken zich door:
1. Zelfsturing.
Beslissingen worden gedecentraliseerd genomen op basis van en na advisering van
anderen in de organisatie. Het driekamermodel zou inspiratie kunnen geven
hierbij om telkens drie waarden af te wegen in de adviezen.
2. Het zijn organisaties die aanspraak doen op de mens als geheel en niet alleen op de
competenties van een functionaris. Ik noemde het al "met gezond verstand
afwijken van beleid". Ik was bij een corporatie daar hoorde ik het verhaal
over een lekkende warmwaterleiding. De externe loodgieter adviseert om een elektrische close-in boiler te plaatsen
in de keuken als een goedkope en functionele oplossing. De corporatiemedewerker
zegt echter dat dat niet het beleid is en laat de vloer in het appartement
openbreken en voor een veelvoud aan kosten de leiding repareren. Vervolgens
dient de bewoner ook nog een claim voor het vervangen van de opengebroken
laminaatvloer. Sprak hier de functionaris of het gezonde verstand van de mens? Wat
zou je hebben gedaan als het je eigen huis was?
3.
In deze organisaties proberen medewerkers niet
langer de organisatie te beheersen, maar in plaats daarvan proberen zij te
begrijpen hoe de organisatie zich in samenhang met haar omgeving ontwikkelt. Met
dit perspectief van co-evolutie,
organisaties ontwikkelen zich niet alleen maar in samenhang met hun omgeving, ben
ik weer terug bij mijn eigen proefschrift.
Want als de maatschappij verandert, verandert het
maatschappelijk ondernemen ook. Het is wat mij betreft tijd om het maatschappelijk ondernemen van corporaties te vernieuwen.
Een spannende tocht, waarvoor ik geen landkaart heb, noch een eindbestemming
die je in je navigatie kunt zetten. Zoals ik het al eerder noemde in een interview voor dit symposium: geen pasklare oplossing, alleen denkkaders
om van daaruit te gaan werken.
Stefan
CloudtOktober 2015
www.stefancloudt.nl
info@stefancloudt.nl