woensdag 27 november 2013

Conferentie Frankfurt


“Ich denke, also ich bin…”

Eind november nam ik deel aan een conferentie in Frankfurt waarin wetenschappers van over de hele wereld bij elkaar kwamen om de toepassing van een onderzoeksmethode (QCA) te verbeteren. Deze methode is veelbelovend voor de sociale wetenschappen en voor organisatiewetenschappen in het bijzonder. In dit blog lees je een kort verslag van de conferentie en de toepassing van de methode in het onderzoek naar de organisatieontwikkeling van woningcorporaties dat ik voor mijn proefschrift uitvoer.

 
De conferentie begon voor mij met een tweedaagse workshop over de methode QCA (voluit: Qualitative Comparative Analysis). Met een 18-tal andere promovendi ontdekten we de mogelijkheden die deze methode voor onze eigen onderzoeken biedt. Het ontdekken van de mogelijkheden vergde wel een andere manier van denken. QCA maakt namelijk geen gebruik van traditionele statistiek, maar van de algebra die door Boole is ontwikkeld (Booleaanse logica). Na enige oefening hadden we de principes van deze logica onder de knie. Een ander kenmerk – naast de Booleaanse logica – is de gerichtheid op cases. QCA is een vorm van caseonderzoek. Een case wordt gezien als een configuratie van bepaalde eigenschappen (condities genoemd). Dit maakt de methode uitermate geschikt voor organisatiewetenschappen waar de organisatie de case is. Het derde kenmerk van QCA is dat het vergelijkend is: het zoekt naar overeenkomsten en verschillen tussen vergelijkbare cases (of organisaties) door de configuratie van de condities te vergelijken. De vraag is welke overeenkomsten en welke verschillen de uitkomst kunnen verklaren. Het laatste kenmerk van QCA is dat het equifinaliteit toestaat. Dat betekent dat er meer wegen zijn die naar Rome leiden: er kunnen meerdere configuraties zijn die tot dezelfde uitkomst leiden. Ook het derde en vierde kenmerk vereist een andere manier van denken dan we in veel onderzoeken in de organisatiewetenschappen toepassen.

Het verbaast dan ook niet dat de configurationele benadering (zoals QCA) na het werk van Miles & Snow (1978) en Mintzberg (1983) lage tijd niet in de organisatiewetenschappen werd gebruikt. Sinds de ontwikkeling van QCA (door Ragin in 1987 en 2008) en bijbehorende software neemt de laatste jaren het gebruik weer toe. De vraag is of dit tot nieuwe of verbeterde configurationele theorieën gaat leiden. Ik ben erg benieuwd. Het is in ieder geval een thema dat ook op de conferentie van de European Group for Organizational Studies in juli 2014 wordt besproken.

Na de tweedaagse workshop begon de conferentie over de toepassing van QCA. Vele ervaren gebruikers en methodologen van over de hele wereld vertelden in rap tempo over de uitdagingen en tekortkomingen van de methode. Ook hier vele verschillende denkwerelden: omdat de onderzoekers uit verschillende disciplines kwamen hebben we vooral over de methode gesproken. Opvallend was dat de methode tot nog toe veel in de politieke wetenschappen werd toegepast. Er waren gezien de andere disciplines relatief weinig organisatiewetenschappers aanwezig. Met de vakgenoten die er wel waren hebben we gesproken over de veelbelovende mogelijkheden van toepassing van QCA op onze eigen onderzoeken.

 

Ook voor mijn onderzoek naar de organisatieontwikkeling van woningcorporaties is het een waardevolle methode. Voor beleidstoepassingen is het denken in termen van configuraties van condities namelijk realistischer dan het denken in termen van netto geïsoleerde effecten van individuele variabelen zoals we in de statistiek vaak doen. Ook past de configurationele benadering goed bij de theorie over organisatievormen die de kern vormt van mijn onderzoek (lees hier meer). Organisatievormen zijn namelijk clusters (configuraties) van kenmerken (condities). In mijn laatste deelonderzoek gaan we bekijken welke van de organisatiekenmerken onderling zijn gerelateerd (in een configuratie) en een verklaring vormen voor de performance van woningcorporaties. Voor verschillende configuraties van reeds gevonden organisatiekenmerken bekijken we het effect op de kwaliteit van dienstverlening onder andere. We verwachten namelijk dat een woningcorporatie op meerdere manieren effectief en efficiënt kan zijn.  

Op de weg terug van Duitsland naar Nederland realiseerde ik mij dat ik vol inspiratie zat voor het laatste deelonderzoek van mijn proefschrift. De dagen in Frankfurt hebben me volop aan het denken gezet over de methode en de toepassing in de organisatiewetenschappen. En het denken stopte niet toen ik eenmaal thuis was….maar goed ook: “Ich denke, also ich bin…”.

 

1 opmerking:

  1. Ruim een jaar na de conferentie in Frankfurt vond de volgende editie plaats in Tilburg. Daar presenteerde ik de resultaten van mijn eigen toepassing van QCA in mijn proefschrift. In het bijzonder vertelde ik over de manier waarop ik met condities met beperkte spreiding omging. Lees hier het paper voor deze conferentie: http://www.stefancloudt.nl/PaperQCAConference2015.pdf

    BeantwoordenVerwijderen